Daar staan ze dan.
Alles is hen ontnomen. De honger heeft hen overmand.
De harde woorden van
lang geleden zijn stil geworden.
De stoere blikken
zijn verdwenen in de loop der jaren.
Wat achter bleef was
een rouwende vader.
Alleen maar in zijn
aanwezigheid zijn zorgde ervoor dat ze herinnerd werden aan die
vreselijke dag dat ze hun broer verkochten.
De schuld die ze
voelden werd met de dag groter. Groter dan ze konden dragen.
Toen kwam de honger.
Honger maakt je zwak. Nog zwakker dan je al bent.
Toen ze hoorden van
het voedsel in Egypte, verzamelden ze al hun moed bij elkaar.
Afhankelijkheid was
niet iets wat ze kenden, maar nu… ze moesten wel.
Hoe groot moet de
schok zijn geweest toen ze ontdekten dat ze afhankelijk waren
geworden van degene die ze het meest hadden geschonden.
Juist hij, hun broer
Jozef, was degene die hen van graan kon voorzien.
Stel je voor dat jij
bij die broers hoorde…
Je schuld is groter
dan je kunt dragen en dan hoor je die woorden: ik ben het, Jozef.
De schaamte zou me
naar de keel grijpen.
Ik zou me vast om
hebben willen draaien en wegvluchten.
Maar Jozefs stem
klinkt dwars door hun gedachten van schuld en schaamte heen:
‘Kom toch dichter
bij me!’ Genesis 45:4
Herken je ze? Deze
woorden.
Nader tot God, en
Hij zal tot u naderen. (Jakobus 4:8)
Omdat wij nu,
broeders, de vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het heiligdom,
door het bloed van Jezus, langs een nieuwe en levende weg, die Hij
voor ons heeft ingewijd door het voorhangsel, dat is door Zijn vlees,
en omdat wij een grote Priester hebben over het huis van God, laten
wij tot Hem naderen met een waarachtig hart, in volle zekerheid van
het geloof, nu ons hart gereinigd is van een slecht geweten en ons
lichaam gewassen is met rein water. (Hebreeen 10:19-21)
Voor onze redding
zijn we afhankelijk geworden van Degene Die wij het meest hebben
geschonden.
En dwars door onze
gedachten van schuld en schaamte heen klinkt Zijn stem.
Hij zegt: Kom toch
dichter bij Me. Nader tot mij. Kom maar, met je schaamte en je
schuld.
Ik maak je heilig en
rein. Ik ben het Die jou redt.
Wat een
ontzagwekkend wonder van genade.
Wat een liefde…
Zoals Jozef ernaar
verlangde dat zijn broers dichterbij kwamen, zo verlangt Hij meer dan
ooit dat we dichterbij komen. Zodat Hij ons kan reinigen en heiligen.
Genade zo oneindig
groot...
4 opmerkingen:
Regelmatig ontroert die grote Liefde mij ook. Ik moet ook denken aan de Hof van Ede waar de Vader riep 'Adam, waar ben je?'
Mooi verwoord, zo'n liefde en genade, niet te bevatten.
Dankje. Wat mooi.
Wauw Mariska.... Wat prachtig omschreven! Kom toch dichterbij.
Hij ziet met genade, met liefde, en ik, die geen recht heb...kijk zo makkelijk vanuit oordeel. Je blog raakt mij heel erg.
Een reactie posten