maandag 11 maart 2024

Stoppen met hozen

 Vanmorgen klonk haar stem door mijn woonkamer.

Ze las voor uit Lukas 8: De storm gestild.

Terwijl ze las zag ik mezelf tobben in mijn kleine bootje.

Druk bezig met hozen. Ploeterend, dwars tegen de storm in.

Allang uitgeput, maar toch doorgaand.

In een poging mezelf en mijn gezin te redden van de ondergang.

Want er gebeurd zoveel. Zowel bij onszelf als om ons heen.

Het stormt. En ik moet de boot redden? Toch?


Twee vrouwen uit onze gemeente komen elke twee weken op maandag langs.

We lezen wat en bidden samen. En wat is dat keer op keer weer en bemoediging.


Er is geen stroom waarop ik mezelf rustig kan laten meedrijven.

Het is alsof ik me voortdurend midden in de branding bevind.

Door de golven van het leven heen en weer geslingerd en 

steeds weer ruw op het strand gesmeten.

Jezus zei tegen Zijn discipelen:

‘Laten we naar de overkant gaan.’

Maar ik lijk niet verder te komen. Ik draai rond in kringetjes.

Steeds is er weer een golf die over me heen slaat en me uit evenwicht haalt.

Ik lijk een speelbal van de golven.


En toch; er ís een overkant.

Jezus wist dat.

Terwijl de wind en de golven om me heen slaan en ik steeds weer op

het strand gesmeten wordt, slaapt Hij.

Terwijl ik sta te hozen en vecht om overeind te blijven, slaapt Hij.

En al slapend is Hij het toonbeeld van rust midden in de storm.

Is het misschien zo dat het er in stormachtige situaties niet alleen maar 

om gaat dat we tot God roepen? Natuurlijk doen we dat en dat mag ook. 

Al onze angst, verdriet en teleurstelling mogen we bij Hem kwijt.


Maar zou Jezus al slapend ook een voorbeeld voor ons zijn?


Slapen is stil zijn.

Slapen is vertrouwen in de puurste zin van het woord.

Slapen is ‘jezelf uit handen durven geven.’

Slapen is overgave.

Slapen is verwachten dat er hoe dan ook een overkant zal zijn.

Een nieuwe morgen die verschijnt vanuit het donker.


Laat mij slapend op U wachten,

Heer dan slaap ik zo gerust.


Jezus kon slapen omdat Hij er zeker van was dat Zijn Vader er altijd is.

Hoe dan ook. Zelfs als de boot zou zinken. God de Vader zorgt altijd.

God de Vader draagt altijd.

Jezus wist: God de Vader staat garant voor de overkant.


Door al mijn harde werken en hozen kwam ik in de overleefstand.

Ik raakte doodmoe en overprikkelt. Ik kon niet meer slapen.

Niet meer stil worden. Mezelf uit handen geven.


Zou de slapende Jezus een voorbeeld voor mij kunnen zijn?

Of voor jou?


‘Waar is uw geloof?’ vraagt Jezus aan Zijn discipelen.

Misschien niet het geloof om zelf de storm te bestraffen.

Maar het geloof dat de Vader hoe dan ook bij je is. Dat Hij draagt. Dat Hij voorziet.

Dat Hij de haren op je hoofd heeft geteld en dat Hij je hoe dan ook 

aan de overkant brengt.


Jij mag stoppen met hozen.

 


 

maandag 4 maart 2024

Altijd een wonder

De wekker gaat.

Moeizaam hijs ik mezelf overeind.

Wanneer ik mijn been over de rand van het bed gooi, 

schiet er een stekende pijn door mijn heup.

Niet veel later strompel ik naar de badkamer.

Ik weet dat de pijn het volgende half uur weg zal trekken.

Maar een donkere wolk lijkt mijn hoofd binnen te dringen.

De dag opstarten met zoveel pijn, maakt dat ik het liefst niet aan de dag begin.

Het zuigt al mijn energie weg.

De regel uit de psalmen: dit is de dag die de Heere gemaakt heeft, 

laten we blij zijn en ons daarover verheugen, 

staat op deze momenten verder van me af dan ooit.

Het is op dit soort dagen voor mij meer van dit: 

Weer een nieuwe dag die me in de schoenen wordt geschoven, 

kom op, dan strompelen we het bed uit en hopen we dat we de avond halen.


De meesten van jullie kennen mijn verhaal.

En ik weet dat velen van jullie net als ik te kampen hebben met een 

chronische zieke, met kanker of de gevolgen daarvan, 

met depressie of moeilijke situaties op het werk.

We hebben zo lang gehoopt op een wonder, maar het kwam niet.

En we bleven achter met in onze lege handen de vraag: Heer, wat wilt U dan?

Wat is Uw doel met mij? Hoe kan ik voor U leven als mijn ziekte of mijn 

beperking alle energie uit me weg zuigt? Wat is mijn waarde?


Door de vele jaren van pijn en diepe vermoeidheid heen, 

is dit me duidelijk geworden:

God zou mij door een wonder kunnen genezen. Dan kan ik van Hem getuigen.

En God kan mij door een wonder dicht in Zijn nabijheid trekken, 

zorgen dat ik mezelf niet van Hem afkeer, 

zorgen dat ik Hem blijf aanbidden, 

dwars door pijn, vermoeidheid en tranen heen.

En ook dan kan ik van Hem getuigen.


Waar Hij voor kiest, dat is aan Hem.

Hij is de Auteur van mijn leven.

Ik ben Zijn eigendom.

Mijn leven draait niet om mij, mijn leven draait om Hem.

En Gods doel is altijd dat we Zijn getuige zullen zijn.

Niet altijd groots en meeslepend.

Vaak in het verborgene, in het kleine, in het trouw Zijn aan Hem.


Ik heb mogen ontdekken dat God goed is, ondanks mijn moeite en verdriet.

En dat zeg ik niet als een holle frase omdat dat nu eenmaal van me 

verwacht wordt als christen.

Ik zeg dat omdat ik heb ervaren dat Hij ondanks dat ik me 

niet altijd kan verheugen in de dagen die Hij voor mij maakt, 

toch voor me zorgt en me de kracht geeft om uit de kleinste dingen vreugde 

te putten. 

Mijn kopje koffie, de roodborst in mijn tuin of het gestoei van 

onze jongens die als jonge honden door de kamer rennen.

In het donkerst van de nacht heb ik gezien en geproefd dat de Heere goed is.


En Hij belooft: ooit zal ik jou genezen, het is slechts een kwestie van tijd.






Stoppen met hozen