woensdag 4 oktober 2023

Ruilen

Wees eens heel eerlijk. Hoe moe ben jij?

Kun je eigenlijk nog wel verder?

Of merk je dat je langzaam maar zeker ten onder gaat aan de druk in 

onze maatschappij?


Omdat ik een chronische beperking heb, 

heb ik langzamerhand steeds meer dingen die de maatschappij eigenlijk 

van me vraagt naast me neer gelegd. Ik kon niet meer mee in de ratrace.

Ik werk niet. Mijn huis is functioneel, maar niet volgens de laatste trends.

Mijn haar is grijs en ik laat het zo, simpelweg omdat het me aan energie 

ontbreekt om elke 6 weken naar de kapper te gaan. 

Kleding koop ik online en zit het net niet helemaal goed, dan is dat pech. 

Ik heb niet de energie om te gaan winkelen en ook niet om pakketjes steeds 

terug te sturen.


En toch, als ik onze jongens zie, 16 en 14 jaar nu, dan bekruipt me steeds 

meer een beangstigend gevoel. Want als je midden in onze maatschappij staat, 

dan dringt de druk om een perfect leven te moeten leven zich steeds meer aan 

je op.

Je maakt je leven immers zelf. Het zijn jouw keuzes die allesbeslissend zijn. 

En ben je niet zo geslaagd in dit leven, dan had je toch echt dingen anders 

aan moeten pakken.

Ergens ver achter in mijn hoofd komt deze gedachte ook bij mij nog steeds 

weleens naar boven. Had ik niet beter…? 

Ben ik te lui of te laks? Had ik het niet beter voor elkaar kunnen hebben?


Ik hoor het ook om me heen. Nu het nieuwe seizoen weer is gestart hoor ik 

veel mensen zuchten. Onze agenda’s lopen zo snel al weer vol. 

En eigenlijk kunnen we niet meer, maar we worden opgejaagd, 

want we moeten mee…


En midden in die ratrace klinken de woorden van Jesaja 40:


Weet u het niet?

Hebt u het niet gehoord?

De eeuwige God, de Heere,

de Schepper van de einden der aarde,

wordt niet moe of afgemat.

Er is geen doorgronding van Zijn inzicht.

Hij geeft de vermoeide kracht

en vermeerderd sterkte voor wie geen krachten heeft.

Jongeren zullen moe en afgemat worden,

jonge mannen zullen zeker struikelen;

maar wie de Heere verwachten, zullen hun kracht vernieuwen,

zij zullen hun vleugels uitslaan als arenden,

zij zullen lopen en niet afgemat worden,

zij zullen lopen en niet moe worden.


Prachtige woorden. En toch… ook zo groots. 

Ze lijken zo niet te bereiken voor een mens die als uitgeput is.

Het is nog maar een klein stapje immers, van moeheid naar moedeloosheid.

Je zou kunnen denken: mijn leven is één grote afmatting. 

Ik ben veel te moe om ook nog te de Heere te kunnen verwachten. 

Laat staan dan ik nog zou kunnen rennen.

Wat bedoelt God nou eigenlijk precies met deze tekst? 

Ben ik zo moe en moedeloos omdat ik de Heere niet genoeg verwacht?


‘Weet je het dan niet?’ zegt Jesaja. ‘Heb je het nog niet gehoord?’

‘De eeuwige God, de Heere, Schepper van jou en mij, 

Hij wordt nooit moe of afgemat?’

Hij wordt jou nooit zat. Zijn liefde is een oneindige stroom. 

De Heilige Geest wil jou bevrijden van alle druk die je ervaart en ruimte maken 

in je hart om Gods onvoorwaardelijke liefde te ontvangen.

Prestatiedruk moet wijken voor de kracht van die liefde.

God is God en wij hoeven God niet te zijn.

Bij God mag je toegeven dat je niet alles kunt en dat je onvolmaakt bent.

Een mens zoals alle anderen.


In het Hebreeuws wordt vers 31 vertaald met: 

‘Wie de Heere verwachten zullen ruilen van kracht.’

Onze menselijke kracht wordt dan vervangen door Gods kracht.

Op het moment dat ik toegeef dat ik moe en uitgeput ben en mijn kracht loslaat, 

komt Gods kracht beschikbaar.

En Gods kracht is zo anders dan onze menselijke kracht. 

Het is geen kracht om toch maar door te blijven struikelen en je zo goed en 

zo kwaad als het gaat door het leven heen te slaan en dan ook nog te proberen 

God te dienen.

Gods kracht is de kracht van genade.


De Heere verwachten is niet weer een nieuwe prestatie die je moet leveren, 

maar een relatie waarin je mag leven. 

Het is een geschenk wat je met open armen mag ontvangen en omarmen.

Gods kracht is niet de kracht om nog meer hooi op je vork te nemen. 

Het is kracht om dingen los te laten en te leven in volkomen overgave aan Hem.


Wanneer je zo leeft, dan zul je opgaan als een arend.

Dan zul je naar God toe bewegen. 

Dat is ook het rennen wat in deze tekst wordt bedoeld.

Rennen als in; naar Iemand toe rennen.

Niet als prestatie maar zoals een kind rent om sneller thuis te komen.


Met Gods kracht in ons leven zullen we nooit moe worden om werkelijk alles 

van hem te verwachten en Hij roept je steeds weer toe: Zullen we ruilen?





Stoppen met hozen