donderdag 28 september 2017

Water in wijn


Inmiddels ben ik nu een aantal weken bezig met het revalidatie-traject waar ik na de zomervakantie aan zou beginnen.
Als mensen aan me vragen hoe het ermee gaat vind ik dat lastig te beantwoorden.
Het is vreselijk en het is prachtig tegelijk.
Het doet pijn om in te zien dat bepaalde dingen niet (meer) kunnen. Het is afscheid nemen van verlangens en dromen die ik heb. In mijn hoofd wil ik nou eenmaal meer dan wat mijn lijf kan.
Tegelijk merk ik dat er langzaam maar zeker een balans komt.
Een weten: dit kan ik aan en het is genoeg.
Omdat... omdat God blijkbaar niet meer van me vraagt dan dat.

Als er iets is wat ik in de afgelopen weken heb geleerd, is het dat prioriteiten stellen ontzettend belangrijk is. Juist omdat ik niet zoveel energie heb is het belangrijk om goed te bedenken waar ik mij energie aan wil geven.
Daar heb ik de laatste weken veel over nagedacht en eigenlijk is er maar één ding wat overbleef.
Namelijk: samenwerken met God.

Jezus zegt: neem Mijn juk op je en leer van Mij.
Met andere woorden: Hij weet hoe het moet. Ik mag leren van Hem.
Daarom is het zo belangrijk om tijd met Hem door te brengen.
Om de dag met Hem te beginnen en Hem te zoeken.

Ik weet hoe weinig ik te bieden heb. Ik ben zwak, ik heb geen energie, ik weet niet hoe ik de dag door moet komen.
Daarom verbaas ik me erover dat Jezus altijd met mij wil samen werken.
Hij zegt Zelf: ‘Kom, als je vermoeid en belast bent.’
Hij nodigt mij uit, juist als ik moe ben. Juist als ik maar weinig te bieden heb.
Het weinige wat ik kan mag ik in Zijn handen leggen, en uitzien naar het onmogelijke wat Hij doet.

Toen Jezus op de bruiloft in Kana was, had Hij de gasten ook zonder water van wijn kunnen voorzien.
Maar Hij wilde samen werken en vroeg de bedienden om water te brengen.
Hij vraagt wat wij kunnen, niet meer.
Als ik mijn dag begin, kan het zomaar zijn dat ik niets meer aan te bieden heb dan een klein beetje water. Maar zodra ik het Hem aanbied, maakt Hij wijn. De allerbeste wijn.
Hoe mooi is dat!

Dit revalidatie traject is steeds meer afzien van mijn wil en van mijn verlangens. Dat doet pijn.
Ik ben zo geneigd om altijd te kijken naar wat mensen van mij verwachten, of naar wat ik vind dat ik zou moeten kunnen of doen.
Ik heb een beeld van mezelf gevormd waar ik helemaal niet aan kan voldoen.
Daar los van komen is niet makkelijk.
Maar in die pijn laat God me zien wat Hij wil. En dat is prachtig! Want dat is precies wat bij mij past. Met Hem bouw ik misschien geen grootse opzienbarende gebouwen van hout of stro.
En o, wat heb ik mijn energie daar vaak ingestoken.
Nee, met Hem bouw ik misschien aan kleine dingen, maar ze zijn van zilver en van goud, omdat Hij het grootste werk doet. En dat samen met mij. Is dat wat genade is?
Mijn leven aanbieden aan Hem, en samen werken met Hem; in mijn gezin, naar de mensen die ik ontmoet, in de gemeente; overal. Om Zijn wil te doen.
Ik merk dat daarnaar zoeken me vreugde geeft en een vrede, die mijn verstand te boven gaat.

donderdag 21 september 2017

De vreze des HEEREN


Gisteren was ik op school, om samen met andere moeders te bidden
voor de kinderen en de leerkrachten.
Het was de eerste keer dit jaar. Wat is het waardevol om dit te doen.
We delen dan ook iets wat je aangesproken heeft in de afgelopen tijd. Bijvoorbeeld een bijbeltekst, een overdenking, een lied of gedicht.

Dit keer was er een moeder die zo iets moois vertelde dat ik het graag met jullie wil delen.
Terwijl ze de eerste verzen uit het bijbelboek Spreuken voorlas,

had ze haar sleutelbos in haar handen. 
Aan deze sleutelbos hing een sleutelhanger en juist daar bleek het allemaal om te draaien.


Kinderen leren in de loop van hun leven allerlei dingen: Lopen, praten, schrijven, rekenen.
Maar ook dingen op sociaal vlak: omgaan met anderen, relaties leggen, enz.


De moeder hield de sleutelhanger omhoog waar houten kralen aan een rode draad waren geregen.

Die houten kralen staan voor alle dingen die onze kinderen leren terwijl ze opgroeien.






 
Onder aan de sleutelhanger was een paarse kraal geknoopt.
Die paarse kraal staan voor de vreze des HEEREN.


De vreze des HEEREN is het begin van alle wijsheid. 
- Spreuken 1:9 –


Dit betekent dus dat het allemaal begint bij het vrezen
van God. Het dienen van onze Schepper.
En het mooie daarvan is weer, dat het dienen van God
niet vraagt om een hoog IQ, maar om een hart dat is toegewijd aan Hem.




 
HEEREN is geschreven met hoofdletters, wat verwijst
naar de naam JHWH.
De Ik ben Die Ik ben.
De Ik zal er altijd zijn!
En dat is de rode draad door dit alles heen.
God zal er altijd zijn, bij elke stap die onze kinderen zetten.






Deze moeder had deze sleutelhanger altijd bij zich, om zichzelf eraan te
herinneren dat het dienen van God het belangrijkste voorbeeld was wat ze haar
kinderen kon geven.


Ik ga op zoek naar houten kralen, een paarse kraal en een rode draad.
Als herinnering!


      

maandag 18 september 2017

Als er niets meer klopt...

Met een brede lach stond ze voor mijn deur.
‘Wat een prachtig stuk om te rijden zeg!’ zei ze.
En ze vertelde hoe ze had genoten van het rijden over dijk langs het water.
Naast haar stond haar zoontje. Een heerlijke peuter van toen drie jaar.
Voordat ik het wist liep ze naar boven met onze stofzuiger en nadat ze haar
haren had vastgezet met een klip ging ze aan de slag. 
Mijn hele huis werd schoon.
We dronken koffie in de tuin en ze verbaasde zich over de musjes die zo dichtbij kwamen.
Ze lapte mijn ramen en toen ze klaar was nam ze mijn handen in de hare en bad, voor mij en voor ons gezin. 
Wat was ik dankbaar dat zij deed wat ik niet kon, omdat mijn rug het af liet weten.
Wat was ik blij met haar oprechte lach en haar gebed. Het gaf me hoop op dat moment.


Vandaag is ze ziek. Heel erg ziek. Vorige week ontving ik het verpletterende bericht. Menselijk gezien kan ze niet meer beter worden.
Soms zijn berichten te erg om in één keer tot je door te laten dringen.
Ik zat als verdoofd op de bank.
En in de dagen die volgden leek het net of de impact ervan stukje bij beetje mijn hart binnen sijpelde.
Ik huilde. Alles waar ik in geloof, klonk opeens zo kil en leeg.
Ik schreeuwde naar de hemel: ‘Hoe kunt U?’
Verdriet en woede vochten om de voorrang en langzaam werd mijn keel dicht
geknepen als ik dacht aan haar, en aan al die mensen die zo dicht om haar heen staan.
 
Afgelopen zondag, zag ik mijn zoontje zitten.
Bij zijn vader op schoot, zijn hoofd tegen de borst van mijn man.
Ik was moe van het bidden, van het nadenken en van het smeken.
Opeens, zag ik mezelf zo zitten, bij God op schoot, mijn hoofd tegen Zijn borst.
En ik moest denken aan het nieuwe lied van LEV:
‘Zelfs als er niets meer klopt, klopt het hart van God.’ 
(geschreven door Matthijn Buwalda)



Misschien wil God wel dat we Hem zo vertrouwen, dat we met al ons verdriet,
ons onbegrip, onze boosheid, onze gebalde vuisten en onze dichtgeknepen kelen, bij Hem durven te komen en op Zijn schoot klimmen.
Dat we ons hoofd tegen Zijn borst leggen en Zijn hart horen kloppen in een wereld waar niets meer klopt. Waar mensen ongeneeslijk ziek worden, waar orkanen de levens van duizenden mensen verwoesten en zo kan ik nog wel even door gaan.




De hemel huilt, om al dit verdriet.
Maar er is een hart dat altijd blijft kloppen.
God is niet bang voor onze tranen, voor ons schreeuwen, ons onbegrip.
Hij wil ons nieuwe adem geven als onze kelen dicht geknepen worden.
Hij vangt onze tranen in een kruik en telt ze.
Begrijpen… nee, dat niet.
Maar we mogen schuilen. Wij kleine mensen, bij die grote God.



Stoppen met hozen