woensdag 25 mei 2022

De jas die God mij geeft

Schaamte…

We kennen het denk ik allemaal wel.

Ik ook.

Ik voldoe niet aan wat het leven van me vraagt.

Ik schiet hopeloos tekort.

Ik voldoe niet aan wat God van mij vraagt.

Omdat ik dat helemaal niet kan.

Ik zei wat ik niet had moeten zeggen.

Ik ging waar ik niet hadden moeten gaan.

Ik deed wat ik niet had moeten doen.


En daarna,

zwaaide de deur van mijn hart wagenwijd open 

en rolde schaamte schaamteloos mijn hart binnen.


En daar begint het.

Ik wil mezelf zo snel mogelijk verstoppen.

Ik kruip achter het struikgewas van goed bezig zijn en hard werken.

Ik pak vijgenbladeren om mezelf mee te bedekken.

De vijgenbladeren van een lachend gezicht en ‘Met mij gaat het goed.’

Niet dat gevoel van schaamte toelaten.

Schaamte over wie ik ben.

Schaamte over mijn tekort schieten.


Maar zodra de wind van de waarheid gaat waaien, 

en ik herinnert word aan mijn falen,

voel ik mezelf weer naakt. Naakt door mijn eigen falen.


En dan komt God?

En weet je wat Hij doet?


Zodra ik voorzichtig en schoorvoetend achter het struikgewas

van goede werken vandaan durf te komen.

Zodra ik mijn aan elkaar geprutste vijgenbladeren op de grond laat vallen

en in al mijn kwetsbaarheid voor Hem sta

bedekt Hij mij met een jas die Hij voor mij maakte.


Hij vergoot onschuldig bloed.

Hij offerde het leven van Zijn Zoon, Zijn Enige.

En uit dit offer maakte de Vader een mantel, de mantel van gerechtigheid.

Daarmee kleed Hij mij Zelf aan. En jou ook, als je het maar toe laat.

Hij bekleedt ons met Zichzelf. (Galaten 3:27)


Als ik mij verstop,

gaat God naar mij op zoek.

Ik breng zonde mee.

Hij brengt een offer.

Ik probeer vijgenbladeren.

Hij geeft mij een mantel van gerechtigheid.

 


 

donderdag 19 mei 2022

Het geschenk van rust

 ‘Rust is niet een pauze op je werkdag.

Rust is niet weekend of me-time.

Maar de blijmoedige instemming van de mens

met zijn eigen wezen, met de wereld, met God.

Instemmen met jezelf en je omgeving.

Niet meer nodig hebben dan het nu.’

– Filosoof J. Pieper –


Dit citaat las ik een paar dagen geleden en het bleef hangen.

Het raakte een diep verlangen in mijn hart

Om inderdaad in te kunnen stemmen met mijn mens-zijn, 

mijn omgeving en met God.

Niet rennen, vliegen, hollen en maar doorgaan,

daarna op adem te komen om weer van voor af aan te kunnen beginnen.

Maar een constante instemming, met wie ik ben,

met wat ik kan bijdragen,

met welke draaglast ik heb,

met mijn omgeving.

Niet altijd meer willen, maar instemmen met wat er nu is.


Toen God de rustdag instelde, was dat niet bedoeld 

als beloning voor een productieve week.

De eerste rustdag, de zevende dag, 

was de eerste dag van het menselijk bestaan.

Heb je daar ooit bij stil gestaan?

Met andere woorden, de mens had nog niets ondernomen.

Dus Gods rust is nooit gestoeld op een prestatie van ons mensen.

Het vindt zijn fundament in Gods werk. 

Hij heeft het allemaal voor ons volbracht.

En Hij nodigt ons uit in Zijn rust.

Rust bij God is nooit het einddoel. Het is het begin.

In die rust raken we doordrongen van Gods eeuwige liefde.

In die rust mogen we genieten van wat God maakte; Zijn schepping.


Wij mensen zijn niet geschapen om maar door te gaan

en steeds maar bezig te zijn.

We zijn in eerste instantie geschapen om te ‘zijn’.

Daarom gaf God ons een dag in de week; 

vrij van eindeloze to-do listen, eisen en werk.

Een dag om te oefenen in ons mens-zijn in Gods prachtige schepping.


Wat ik steeds meer leer, is dat mijn beginpunt moet liggen bij 

genade en rust.

Weten wie ik ben in de ogen van mijn Schepper: geliefd!

Zonder dat ik daar zelf ook maar iets aan heb bijgedragen.

Zo besef ik dat het niet van mij afhangt.


Met de rustdag wil God ons hieraan herinneren. 

Na weer een week van geldingsdrag en rennen en vliegen, 

mogen we ons overgeven aan Zijn rust. 

En weer opnieuw beseffen: 

ik ben geliefd en ik hoef daar niets voor te doen dan 

het alleen met open armen ontvangen. Het hangt niet van mij af.


Wij protesteren bij het idee dat we bij God minder moeten doen, 

in plaats van meer.

Maar ga even terug naar je kindertijd. Hoe je onbevangen kon zijn, 

vrij van alledaagse zorgen.

Je was er simpelweg gewoon. Dit is wat God voor ons wil. 

Hij draagt zorg en wij zijn vrij.


Dit is heel moeilijk allemaal. Ik weet het.

We moeten leren onze vragen opzij te zetten.

We moeten hiervoor onze zorgen en ons gepieker tot bedaren brengen.

We moeten hiervoor durven los te laten.

Al onze beslommeringen.

Maar misschien boven alles onszelf.

Onszelf overgeven aan de Eeuwige.

In Zijn aanwezigheid leren we van onze vuisten, open handen te maken.

Daar kunnen we op adem komen en Zijn frisse wind laten waaien 

door onze vermoeide ziel.

Daar leren we open te staan voor het geschenk van rust,

het geschenk van genade,

het geschenk van Zijn liefde.

 


 

 

 

woensdag 11 mei 2022

Genade voor vandaag

Wat. Een. Chaos. Deze. Week.

Tandarts. Op tijd eten want zoon 1 moet werken.

Stroopwafels verkopen voor daklozen.

Zoon 2 heeft tussendoor de eindtoets.

Zoon 1 moet een nacht op school blijven en weg gebracht en 

opgehaald worden.

Morgen zijn er koningsspelen en ergens moet ik nog een recept in 

elkaar flansen voor de lunch op school.


Vanmorgen ontplofte ik.

Mijn kinderen zijn van het kaliber: 

alles op het laatste moment regelen en dus ook op het laatste moment 

weten waar en wanneer ze hun moeder nodig hebben. 

En deze morgen ben ik het meer dan zat. 

Ik ben geen joker die zomaar op elk willekeurig moment ingezet kan 

worden.


Soms verlopen mijn weken vlekkeloos.

Maar er hoeft maar iets in de planning onduidelijk of onzeker te zijn en 

ik raak gefrustreerd.

Mijn zwakke ik, die ik het liefst verberg onder een laagje ‘alles onder 

controle’ wordt zichtbaar.

Ik schreeuw tegen mijn zoons, sla deuren net een beetje harder dicht

dan nodig en ik mompel een paar lelijke woorden.


Onder deze uitbarstingen gaan mijn angsten schuil. 

Mijn angst voor mislukking en onbekwaamheid.

En het legt bloot dat ik controle en voorspelbaarheid verafgood.

Diep in mij schuilt verlorenheid, onzekerheid en misplaatst vertrouwen.

Als de dag goed verloopt lijk ik best een aardig mens. 

Maar kleine onzekerheden en ik vertoon diepe barsten die overvloedige 

genade nodig hebben.

Is dat niet wat Jezus kwam doen? 

Genade brengen aan de gebrokenen en verlorenen?


In zijn brief aan de Filipenzen schrijft Paulus dat we tevreden mogen

zijn onder alle omstandigheden. 

Dit is een oproep die wordt gedaan midden in mijn leven 

van alle dag. 

Nu, op dit moment, midden in kleine zorgen en tegenslagen, wordt ik 

opgeroepen mezelf uit te strekken naar vreugde en hoop.


Er is iets merkwaardigs aan de hand met ons christenen. 

Wanneer ons lijden scherp en zwaar is (oorlog, vervolging,

hongersnood), dan verwachten we en geloven we dat God 

dicht bij ons is. 

Maar in de worstelingen van alle dag hebben we op de een of andere 

manier het gevoel dat we het recht hebben om te mopperen.

Tevreden zijn in groot lijden moeten we kunnen van onszelf. 

Maar na de derde  nacht met weinig slaap en midden in de troep 

van ons gezin, of de chaos op ons werk, vinden we het lastig.

Misschien hebben we de gewoonte ontwikkeld om God te negeren in 

onze dagelijkse sleur.

Terwijl Hij voor ons klaar staat. Ook in momenten van verdriet, 

frustratie en woede in ons gewone leven.

Zijn grote verhaal van redding en genade geldt in diep lijden, 

maar ook op een duffe, grijze maandag.


We moeten oppassen dat we onszelf niet voorbereiden op lijden en 

vervolging, ziekte en dood, terwijl onze gewone dagen gevuld zijn met 

gemopper en ontevredenheid.


Dit is ten diepste wat bekering inhoud:

In die kleine momenten van gebrokenheid en verlorenheid moet ik de 

gewoonte ontwikkelen steeds weer te belijden wie ik ten diepste ben, 

zonder mezelf te rechtvaardigen of mijn zonden te bagatelliseren. 

En in diezelfde momenten mag ik mezelf omkeren naar God om me te 

laten liefhebben, Zijn genade te ontvangen en Zijn woorden van

vergeving en vrijspraak te horen.


Zo oefenen we dagelijks in de houding van een gebroken en behoeftig 

volk dat overvloedige genade ontvangt. 

Zo sijpelt het evangelie van genade onze dagen binnen.




Stoppen met hozen