Schaamte…
We kennen het denk ik allemaal wel.
Ik ook.
Ik voldoe niet aan wat het leven van me vraagt.
Ik schiet hopeloos tekort.
Ik voldoe niet aan wat God van mij vraagt.
Omdat ik dat helemaal niet kan.
Ik zei wat ik niet had moeten zeggen.
Ik ging waar ik niet hadden moeten gaan.
Ik deed wat ik niet had moeten doen.
En daarna,
zwaaide de deur van mijn hart wagenwijd open
en rolde schaamte schaamteloos mijn hart binnen.
En daar begint het.
Ik wil mezelf zo snel mogelijk verstoppen.
Ik kruip achter het struikgewas van goed bezig zijn en hard werken.
Ik pak vijgenbladeren om mezelf mee te bedekken.
De vijgenbladeren van een lachend gezicht en ‘Met mij gaat het goed.’
Niet dat gevoel van schaamte toelaten.
Schaamte over wie ik ben.
Schaamte over mijn tekort schieten.
Maar zodra de wind van de waarheid gaat waaien,
en ik herinnert word aan mijn falen,
voel ik mezelf weer naakt. Naakt door mijn eigen falen.
En dan komt God?
En weet je wat Hij doet?
Zodra ik voorzichtig en schoorvoetend achter het struikgewas
van goede werken vandaan durf te komen.
Zodra ik mijn aan elkaar geprutste vijgenbladeren op de grond laat vallen
en in al mijn kwetsbaarheid voor Hem sta
bedekt Hij mij met een jas die Hij voor mij maakte.
Hij vergoot onschuldig bloed.
Hij offerde het leven van Zijn Zoon, Zijn Enige.
En uit dit offer maakte de Vader een mantel, de mantel van gerechtigheid.
Daarmee kleed Hij mij Zelf aan. En jou ook, als je het maar toe laat.
Hij bekleedt ons met Zichzelf. (Galaten 3:27)
Als ik mij verstop,
gaat God naar mij op zoek.
Ik breng zonde mee.
Hij brengt een offer.
Ik probeer vijgenbladeren.
Hij geeft mij een mantel van gerechtigheid.
3 opmerkingen:
Een gouden post. Echt waar, Mariska
Heel mooi. Moet hem nog een paar keer lezen en die jas aandoen. Elke dag opnieuw.
Dankjulliewel!
Een reactie posten