donderdag 13 januari 2022

NAOMI – De weduwe die dacht aan het welzijn van de ander

Ontroerd kijkt ze naar het pasgeboren jongetje in haar armen.

Woorden schieten aan alle kanten tekort om haart dankbaarheid uit 

te kunnen drukken.

Obed, het kleine ventje. Zijn naam betekent: dienstknecht.

Naomi is de weduwe van Elimelech. Zijn naam betekent: mijn God is Koning.

Zonder woorden bidt ze:

dat die God, de Koning van Israël, koning in het leven van Obed mag zijn.

Met deze woorden komt een stroom van herinneringen op gang.


Ze ziet zichzelf weer weg gaan. Nu al zo lang geleden.

Samen met haar man en twee zoons. Vanuit Bethlehem in Juda naar Moab.

De hongersnood zorgde ervoor dat ze moesten vluchten.

Hoe moesten ze anders hun zonen voorzien van genoeg te eten?

Het moest, dachten ze; voor het welzijn van haar zoons.

In Moab zou het allemaal wel goed komen.

Maar hoe anders was het gelopen.

Ze hadden er nog maar heel kort gewoond toen Elimelech stierf.

De jongens trouwden in Moab met vreemde vrouwen: Orpa en Ruth.

Na een aantal jaren stierven ook haar twee jongens,

nog maar nauwelijks in de bloei van hun leven.


Wat was ze eenzaam geworden. Verstoken van haar thuisland.

Berooid van haar gezin. Verlaten van God. Vooral dat.

Hadden ze Hem te weinig betrokken bij hun vlucht naar dat heidense land?

Die gedachte knaagde aan haar.


Toen ze hoorde dat er weer eten was in Bethlehem, werd ze er van overtuigd

dat ze terug moest gaan. Daar hoorde ze immers.

Ruth was met haar mee gegaan.

‘Waar u heen gaat, zal ik heen gaan’ had ze gezegd.

‘Uw volk is mijn volk en uw God is mijn God.’


Die laatste woorden haakten zich diep in het hart van Naomi.

Ruth koos niet alleen voor haar schoonmoeder, 

maar ook voor de God van haar schoonmoeder.

Naomi had haar steeds verteld over God. 

En die woorden hadden vrucht gedragen.

Wat een genade!


De aankomst in Bethlehem werd een teleurstelling.

‘Is dát Naomi?’ werd er gezegd door de vrouwen daar.

In hun blikken had ze zichzelf gezien. 

Uitgeblust, met diepe groeven van verdriet in haar gezicht.

Een vrouw die geen vrolijkheid meer kende.

‘Noem me maar geen Naomi meer, noem me Mara’ had ze gezegd.

Bitter.

Zo voelde ze zich immers.

Helemaal niet liefelijk, de betekenis van de naam Naomi.


De schuld van die bitterheid had ze bij God gezocht. 

Hij had haar toch al die bitterheid aan gedaan?

‘Vol ben ik heen gegaan, leeg heeft de Here mij doen terug keren.’

Dat ze zelf Gods weg had verlaten, door naar het heidense Moab te gaan, 

daarover durfde ze niet na te denken.

En dat ze niet leeg was terug gekomen, omdat Ruth haar lot wilde delen, 

ging ook aan haar voorbij.

Pas later ontdekte ze hoe God haar gezegend had. In hoe Ruth voor haar zorgde.

In hoe God hun leven leidde door hen in contact te brengen met Boaz.

Toen Naomi dat ging zien, ging ze ook geloven dat God Ruth 

opnieuw een man wilde geven.

Deze Boaz had Ruth lief gekregen en was met haar getrouwd.

Het resultaat van dat huwelijk was de kleine jongen op haar schoot.

En ook al heeft dit kind geen druppel bloed van haar in zijn aderen,

toch omarmt ze hem als haar eigen kleinzoon.

Wat is ze dankbaar!

De toekomst ziet er mooi uit voor Naomi.

Ze is niet eenzaam meer.


Ruth voor wie ze steeds liefdevol het beste heeft gezocht, 

laat Naomi voor haar kindje zorgen.

Naomi wordt weer opnieuw de lieflijke.

De Mara-periode ligt achter haar.


‘Geprezen zij de Heere’ hadden de buurvrouwen gezegd toen Obed was geboren.

Die woorden zijn haar uit het hart gegrepen.

Ondanks tegenslagen, ondanks verdriet, ondanks haar falen. 

God is goed voor haar geweest.

Hoe goed? Dat weet ze zelf nog niet eens.

Dat het kereltje op haar schoot een bijzondere schakel in de geschiedenis 

van haar volk zal worden, dat kan ze nog niet weten.

Dat hij de opa van Israëls meest geliefde koning, David, zal zijn, weet ze niet.

En dat met David de geboorte van de Messias weer wat dichterbij komt, ook niet.

Dat haar leven dus betrokken is in het plan van God om een Verlosser naar de 

wereld te sturen, ze kan het in de verste verte niet vermoeden.

Naomi, die dacht aan het welzijn van de ander.




2 opmerkingen:

Petrina Haak zei

Wat een processen zijn te zien in haar levensverhaal. Zo'n voorbeeld in: God is goed en Hij is genadig. Het raakt zoals je dit beschreven heb. Alsof ik even mee kan lopen naast haar. Dank je wel.

Aritha V. zei

IK zucht er van. Naomi's verhaal geeft me hoop.

Stoppen met hozen