‘God weet toch
alles al!
Hij kent me
helemaal! Waarom zou ik dan gaan bidden?’
Met zijn eerlijke
ogen kijkt hij me aan. Bijna tien jaar oud.
Hij vertelt me dat
hij het maar lastig vind allemaal.
Waarom zou je alles
aan God vertellen als Hij toch alles al weet.
Ik zoek mijn
woorden. Ik praat over de relatie die God wil hebben met ons.
Ik leg uit dat ik
met pappa ook praat over wat me bezig houd, omdat dat fijn is.
Omdat onze relatie
dan goed blijft.
‘Ja maar pappa
weet niet wat jij denkt, maar God wel!’
We praten er nog
even over door, maar het blijft lastig voor hem.
Ik beloof dat ik er
nog verder over na zal denken en er nog op terug zal komen.
Als ik er die avond
voor bid komt ineens het beeld in me op van een hart dat gesloten is.
God staat erbij en
kijkt ernaar. Natuurlijk weet Hij allang wat er leeft in dat hart.
Maar Hij kan nergens
bij want het hart zit dicht.
Pas als de persoon
achter het hart begint te vertellen, gaat het hart open en kan God er
bij.
Ik ben zelf ontroert
van het prachtige beeld en zoek meteen mijn zoon op om het door te
geven.
Ik zie zijn ogen
oplichten. ‘Nu begrijp ik het mam. God wil heel dicht bij je zijn,
maar dan kan eigenlijk alleen als je Hem binnen laat in je hart. En
dat kan weer door Hem alles te vertellen. Bedankt!’
‘Jij ook bedankt,
zoon van mij. Bedankt dat je niet zomaar alles aanneemt,
maar overal zo over
nadenkt en wilt weten waarom. Het laat mij nadenken over
dingen die voor mij
al zolang heel gewoon zijn. Het helpt me groeien en woorden
vinden. Het helpt me
om net als jij, de dingen te benaderen als een kind en nieuwsgierig
de antwoorden te
ontdekken. Ik hou van jou!’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten