Mijn hoofd hangt ergens op kniehoogte
en de hand die op weg was om de rits van mijn schoen dicht te
trekken, neem opeens een andere route en grijpt naar mijn rug.
Au!!!!
Hoe ik mijn schoen dicht heb gekregen
is me onbekend, maar even later strompel ik naar school.
Mijn zoontje heeft een High Tea in de
klas en ik kan het niet maken om weg te blijven.
Bezorgd denk ik alvast aan het weekend.
We gaan naar de verjaardag van mijn vader, maar als mijn lijf nou zo
blijft tegenstribbelen.
De dag erna word ik gedwongen tot rust.
Alweer...
‘Ik word zo moe van dat geknok Heer’
bid ik.
‘En ik ben doodmoe van het bidden
ook.’
Zo! Dan weet U dat.
Die zaterdag sta ik goed op. Ik verbaas
me en we stappen in de auto richting Zeeland.
Het gaat de hele dag goed.
'Tja, je weet wel wanneer de pijn in je
rug schiet, maar nooit wanneer hij besluit weer te vertrekken.' denk
ik.
Zondag in de dienst. Een preek over je
ziel. Mijn ziel....
Ik ren er het liefst aan voorbij de
laatste tijd.
Maar God niet. God juist niet.
Hij blijft stil staan bij mijn ziel. En
of het nou goed gaat of juist niet, Hij wil mij kennen.
Ik mag bij Hem klagen, aan Hem vragen
en dan zal Hij me dragen.
Er worden diepten in mijn ziel geraakt
waarvan ik niet eens wist dat ik ze had
en de tranen beginnen al snel te
stromen.
Ik haat dat. Vooral ik de kerk waar
iedereen om je heen zit en je kan zien.
Maar het is goed. Het werkt helend en
het lucht op.
De afgelopen dagen is er steeds maar
een zinnetje wat in me opkomt.
‘Ik wil je zo graag dichtbij me
hebben. Jou. Met ziel en zaligheid.’
‘God, wat heb ik
U lief. Help me geloven, vertrouwen.
Help me loven en
prijzen.
Dwars door alle
pijn heen.
Ik wil ook graag
dichtbij U zijn.
En, o ja... bedankt
dat ik zaterdag gewoon naar mijn vader kon.’
1 opmerking:
Mooie stukjes schrijf je. Ik herken er wel wat in. Het zoeken naar God en dan toch ook zomaar weer afdwalen. Volgens mij ben jij een mooi mens! Groetjes, Maree
Een reactie posten