Een van onze zoons
gaat aan tafel hardop voor in gebed. 'En wilt U dichtbij de kinderen
zij die gepest worden. Dat ik zelf niet gepest zal worden, maar ook
nooit zal pesten. Amen'
Ik heb het hem zelf
geleerd, dat gebed.
Het komt allemaal
door vorige week. De week tegen het pesten.
s'Avonds keken we
met elkaar naar de Anti-pest-club.
Anne-mar, de
presentatrice ging klassen langs waarin kinderen werden gepest.
Door de hele klas
lid te maken van de Anti-pest-club probeerde ze te bereiken dat de
hele klas tegen het pesten was. Als je lid was kreeg je een
polsbandje ten teken dat je tegen pesten was.
Vervolgens werd er
voor de gepeste iets leuks georganiseerd door de klas.
Een echt
tranentrekker dus. Voor mij althans. Want ineens kwamen de
herinneringen weer boven aan vroeger. Meestal speelden we gewoon leuk
met elkaar, maar er waren momenten dat dat omsloeg. En dan als groep,
tegenover dat ene kind.
Samen voelde zo
sterk. Alleen zijn voelde zo zwak.
Oh, ik begrijp het
wel. Het is net of er een bordje 'Pest mij' om de nek van sommige
kinderen hangt. Misschien ook wel om mijn nek. Ik weet het niet.
Later als je groot
geworden bent weet je dat het je heeft gemaakt tot wie je bent.
Het vormde je en
ergens kwam je er ook sterker uit.
Nu ben ik moeder. Ik
kijk om me heen en houd mijn hart vast. Ik wil mijn kinderen zo graag
beschermen, maar ik wil hen ook leren om nooit op een ander neer te
kijken. Altijd te kijken naar het mooie aan iemand. Ik weet wel: mijn
kind is een kind. Maar het heeft toch ook verstand gekregen om te
gebruiken? Ik weet zeker dat mijn kind het heus wel beseft als hij
een ander kwaad doet, wanneer het een ander bezeert.
Mijn gebed
doorkruist dat van mijn zoon:
Ontferm U Heer, over
een wereld in nood. Ontferm U Heer over gebroken harten en stuk
gemaakte levens. Geef ons de moed om op te staan tegen onrecht. Laat
Uw Liefde ons genoeg zijn, zodat we het niet nodig hebben anderen
neer te halen. Ontferm U Heer...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten