maandag 28 augustus 2017

Van denken naar danken


Het is nog vroeg.
Mijn blote voeten graven zich in het zand terwijl ik mezelf probeer te ontspannen in de tuinstoel die manlief net voor me heeft neergezet.
De kinderen hebben hun slippers uitgeschopt en rennen in de richting van het water.
Hun gelach klinkt als muziek in mijn oren.
Wat heerlijk dat er nog maar zo weinig mensen zijn.

 
Niet veel later hap ik in een versgebakken appelflap van de bakker op de markt.
Ik zag mijn zoon van zeven vanmorgen zo dapper voor de kraam staan en ik hoorde hem zeggen:
‘Vier appelflappen alsjeblief graag!’
Wat was ik trots. Wat wordt hij groot.
Onwillekeurig welt de dankbaarheid in mijn hart op. Wat is dit genieten.



Morgen nemen we afscheid van onze oude kerk, en volgende week start het revalidatietraject.
Ik denk er veel over na. Veel te veel.
Ik zou beter willen worden in danken in plaats van in denken.
Als ik teveel nadenk, draait het uit eindelijk alleen maar om mij, mij, mij…en ik word er zo moe van.
Maar als ik dank, kan ik mijn ogen van mezelf en mijn zorgen en falen afwenden, en richten op andere dingen. Dingen die misschien zo klein lijken, maar zo groot zijn.
Groter dan ikzelf. Wonderen.
Water en zand in de vroege ochtenduren. De zon die mijn huid aangenaam verwarmd.
Kinderen die spelen en elke dag weer groeien en leren.
En naast mij op een kleedje de man die ik zo intens liefheb.

Natuurlijk zijn er veel moeilijke dingen.
Dingen die pijn doen, die me kwetsen, waar ik geen raad mee weet.
Maar er is nog zoveel meer moois en goeds.
Dingen om me over te verbazen en te verwonderen.
Ik moet zo oppassen dat ik ze niet meer zie.
Ik wil er in oefenen om dankbaar te zijn voor al het goede wat me elke dag zomaar in de schoot geworpen wordt.
Zie ik het nog?

Zie jij het nog?
Misschien moet je wel heel hard zoeken.
Misschien is al het goede wel verborgen geraakt onder lagen van teleurstelling en verdriet.
Pijn en moeite zijn onderdeel van ons leven hier op aarde. Het leven is niet logisch.
De één bidt en vindt zijn sleutels. Een volgende bidt en blijft toch ziek.
Paulus en Silas baden en zongen in de gevangenis en werden op een wonderbaarlijke manier uit de gevangenis bevrijd. Johannes de Doper werd onthoofd. Het lijkt soms net of het geloof dan weer wel en dan weer niet werkt. Het leven kan je zo lam slaan.

Ik geloof dat God niet van ons verwacht dat we sterk zijn. Hij vindt het niet erg als we huilen. De moeiten hier op aarde passen niet in één of ander afgebakend hokje over Gods wil.
De kunst van het leven is misschien wel leren om de waarheid te spreken.
Het leven is soms rauw en vol verdriet. God weet dat en Hij is er niet bang voor.
Maar dwars daardoorheen geeft Hij zoveel goeds.
Kleine dingen die groot zijn, omdat ze onze hoop weer doen groeien.
Ik bid dat jij en ik ze, misschien wel dwars door de tranen heen, weer zien.

Geen opmerkingen:

Stoppen met hozen