Een akelig verhaal vond ik het altijd.
Eén keer omkijken werd haar fataal.
Hoe zou God zo onbarmhartig kunnen zijn?
Maar wie dieper duikt in het verhaal van Lot,
ontdekt dat God zo genadig was geweest voor haar.
Hij had het geroep over Sodom en Gomorra gehoord.
En Hij was Zelf afgedaald om te kijken of het waar was.
Waren deze steden echt zo goddeloos?
Helaas was het waar. God zag het.
Deze steden waren niet meer te redden.
Zelfs het ontroerende pleidooi van Abraham hielp niet.
Hun zonde was te groot.
Het aantal rechtvaardige inwoners in de stad te klein.
Maar de rechtvaardigen die er nog wel zijn, ook al zijn het er weinig,
die wil God redden.
En daarom stuurt Hij engelen naar het huis van Lot.
Aarzelend kijkt de vrouw van Lot hen aan.
‘God gaat deze stad verwoesten’ waarschuwen ze.
Maar de betekenis van deze woorden dringt nauwelijks tot haar door.
Ze kijkt nog eens om zich heen. Naar haar man en haar dochters.
Waarom zou ze weg gaan? Het leven was hier toch best goed?
Alles is haar zo vertrouwd geworden: de stad, het huis.
Haar man heeft een eervolle positie in het stadsbestuur.
De meisjes zijn hier verloofd.
Het leven gaat hier zijn gang, zoals altijd.
Waarom zou er nu opeens een oordeel los moeten breken?
Deze dag komt God persoonlijk naar haar toe.
En ze ziet het niet.
Hij kan het kwaad van Sodom niet langer verdragen
en het ook niet ongestraft laten.
Maar Zijn liefdevolle hart gaat uit naar Lot en zijn gezin.
Zijn hart gaat uit naar haar. Maar ze ziet het niet.
Hij wil haar redden van de klauwen die de verwoesting al naar de stad uitstrekt.
Daarom stuurde Hij Zijn engelen.
Om haar te verlossen. Maar ze ziet het niet.
Ze draalt. De minuten verstrijken.
De engelen kunnen niet langer wachten.
God stelt alles in het werk om het gezin van Lot te sparen.
Eén van de engelen legt een hand op haar arm. Hij leidt haar naar buiten.
‘Vlucht voor je leven’ zegt hij. ‘Kijk niet meer om. Sta nergens stil.’
Daar gaan ze. Lot voorop. Zijn vrouw achter hem.
Amper zijn ze in het stadje Zoar aangekomen of het hemelse geweld breekt los.
En dan zien we dat de vrouw van Lot voorbij is gegaan aan Gods genade.
Aan Zijn liefde voor haar.
Ze heeft het niet gezien.
En daardoor kijkt ze om.
Haar voeten zijn wel op weg gegaan, de stad Sodom uit.
Maar haar hart is in Sodom gebleven.
‘Maar zijn vrouw, die achter hem liep, zag om en werd een zoutpilaar.’
Met dertien woorden komt er een einde aan haar leven.
Versteend, verstild…
Want zij letten niet
op de daden van de HEERE,
en op het werk van Zijn handen;
daarom zal Hij hen afbreken en niet opbouwen.
Psalm 28:5
De vrouw van Lot lette niet op Gods werk. En het kostte haar het leven.
Ze liet God niet toe haar te sparen.
Ze zag Zijn uitgestoken reddende hand niet.
God biedt de mensheid in deze tijd ook genade aan.
We leven in de genadetijd.
Genade is een ongekende rijkdom die we ontvangen
in de Heere Jezus als we geloven.
Er is hoop voor elk mensenkind.
Ontvang jij het met open armen?
Ik hoop het. Zijn genade overspoelt ons dag aan dag.
Dwars door alle narigheid heen.
Zij geeft ons het leven.
Zie jij het nog?
3 opmerkingen:
Wat een mooie overdenking. Zo is het! Het is nu nog genadetijd. We kunnen nog achter Jezus aan gaan. Dankjewel. Gods zegen!
Dat maakt het dan weer heel anders hè, zo'n geschiedenis. Vanuit dit perspectief. Dan leeft het meer en komt het dichterbij.
Dankje wel! Een belangrijke les die we van de vrouw van Lot mogen leren. De genadetijd waarnemen. Het niet vasthouden aan deze aarde, is wat ik elke dag weer (meer) moet leren.
Ik wens je Gods zegen bij het maken èn delen van deze mooie overdenkingen.!
Een reactie posten